1147 augustus 9
Diederik, heer van Horn, verklaart dat zijn oom Arnold (II) graaf van Loon hem voldaan
heeft wegens 8000 pond Luiks welke deze hem beloofd had en waarvan 2000 voor het leen
van Weert. Hij verklaart tevens van de graaf het kasteel van Horn met alle aanhorigheden in
leen te nemen alsmede het land van die naam. Getuigen o.a. Godfried graaf van Duras,
Giselbrecht, ondervoogd van St. Truiden, Albero van Loon, Arnold heer van Steinvort, alle
familieleden van Diederik van Horn, en Arnold heer van Petersheim.
Coenen nr. 372. Oordeelt de akte van twijfelbare echtheid.