Heusden (NL)

Heusden heeft. sinds de 13e eeuw, een lange relatie met de familie van Horne, Willem II van Horne was getrouwd met Sophia, dochter van Jan III, heer van Heusden, wiens naam ook al op de lijst van ‘moorders en verraders’ van graaf Floris stond.1 Het belangrijkste bezit, het Land van Altena kwam onder druk te staan door de vijandelijke houding van de Graven van Holland. De graaf van Kleef gaf o.a. de een zoon van Willem II, Gerard een deel van Heusden in leen: Zo had heer Gerard tegen be­paalde voorwaarden uit gunst Altena gekregen2 en nu gaf de graaf van Kleef ten behoeve van Jan, halfbroer3 van de overleden Jan IV, aan Gerard van Horne en Jan van den Elshout Heusden in leen, mits zij een schuld van 6000 pond, die de graaf bij de lombard Jan van Halen had staan, voor 2 februari 1317 zouden aflos­sen. De toekomstige Jan V van Heusden zou, als hij meerderjarig werd, met Heus­den beleend worden, maar alleen, als hij binnen zes weken na zijn meerderjarigheid dit bedrag en de gemaakte kosten aan beide heren zou betalen. Deed hij dat niet, of stierf hij voor zijn meerderjarigheid, dan zou de graaf van Kleef zelf de betaling binnen een jaar kunnen doen. Deed ook hij het niet, dan zouden beide heren stad en land Heusden in leen blijven houden van de graaf van Kleef.4 Nadat dit aldus geregeld was, ‘sette heer Gerard heren Ghert van Cranendonc in zijn stad’ – uiter­aard niet in de burcht, want daar had neer Gerard niets mee te maken, omdat het geen Kleefs leen was – ‘van Huesden’ .5

Begin 17e eeuw ontstond er een nieuwe vereniging met Heusden toen de tak Horne-Batenburg een belangrijke rol ging vervullen in het bestuur van Heusden.

Schapenbrugstraat 2, nu een gemeentelijk monument


Onderstaande is overgenomen uit Weekblad Heusden, Bart Beaard 21-2-2024

Het oorspronkelijke huis is gebouwd in het begin van de 17e eeuw. De oudst bekende bewoning is van Willem Adriaan van Horne, baron van Kessel, in 1613 benoemd tot gouverneur van Heusden. In 1625 is hij door een ongeluk, een schot uit een pistool, om het leven gekomen. Van Horne heeft de uitbreiding van de stad en vesting geordonneerd en was dus erg belangrijk voor Heusden. Het huis is bij de ontploffing van de kasteeltoren in 1680 deels verwoest. In de verponding van 1699 gaat de penning of belasting op het huis van 9 gld terug naar 2 gld, maar het staat er nog wel. Na herbouw heette het Bloemendaal. Het werd ook wel omschreven als de ‘graeffelijkheyds huysingen’ en erachter lag de ‘graeffelijkheyds hoff’, moestuin en bogaard. In de tuin stond een rosmolen, dat ook steeds in de verponding vermeld wordt. In de 17e en 18e eeuw heette de straat de Slijkstraat. De Schapenbrugstraat ontleent haar naam aan een schaapskooi die in de 19e eeuw in de stadswei aan de overkant van de Demer stond. In de straat stond een kleine brouwerij, een esthuis (waarin hop gedroogd werd), zeven soldatenhuisjes en het herenhuis ‘De Sterre’. In het minuutplan 1811-1832 staat vermeld dat tapper Michiel Verhoeven de eigenaar is. In 1872 wordt het pand afgebroken door tapper Leendert Adriaan Verhoeven en komt er de bouw van ‘huis, koetshuis, mesthoop, erf en schuur’. In 1896 is het pand verkocht aan Seger Verhagen, griffier kantongerecht.

Het pand heeft onder het zadeldak twee verdiepingslagen. De nok van het zadeldak ligt evenwijdig aan de Schapenbrugstraat. Het dak is gedekt met rode terracotta dakpannen, type VH- Verbeterde Holle.

Aan de zijgevel is duidelijk te zien dat het pand uit twee gedeelten bestaat, een gepleisterd en een gemetseld gevelgedeelte, het vroegere koetshuis. Het pleisterwerk van de zijgevel is glad, van de voorgevel is het geblokt met gladde vlakken en schijnvoegen. De ca. 50 centimeter hoge plint is donkergrijs geschilderd.

De symmetrische voorgevel heeft aan de bovenzijde kwartronde inzwenkingen. Op het vlakke bovengedeelte staat een halfrond uitgezwenkt deel met op de top een metalen ornament. De bovenrand van de gevel is geprofileerd. Op beide buitenzijden van de gevel staan ter accentuering decoratieve lisenen of pilasters met terugliggende vlakken met aan de bovenzijde geprofileerde kapitelen. Onder de vensters van de verdieping is een gepleisterde raamdorpel, die over de volle breedte van de woning doorloopt.

Op de begane grond en verdieping zijn vensters met afgeronde bovenhoeken en T-vormige houten schuiframen. Op de bovenverdieping is een kleiner, maar soortgelijk venster. Boven alle vensters zijn gepleisterde en geprofileerde lijsten met in het midden zogenaamde kuiven, in de vorm van leeuwenkoppen.

In het gestuukte gedeelte van de zijgevel is een deurkozijn met paneeldeur en bovenlicht. De deur heeft een smeedijzeren beslag. Ook is er een rond venster.

Bart Beaard