Brussel, of Bruxelles zoals de Waal de stad noemt heeft een rijke betrekking met de van Hornes. Dit weekend zijn we eens gaan onderzoeken waar er nog sporen te vinden zijn. Ik had een aantal objecten op het oog die ik zeker wilde bezoeken. In de voorbereiding hebben we een toepasselijke accomodatie geboekt aan de rue du Prince de Liege, nabij Anderlecht waar Noud van Horne het cepter zwaaide, zie mijn eerdere blog over Brussel en Anderlecht. De titel Prince de Liege wordt vereenzelvigd met de Belgische kroonprins lees Prins of Wales of le Dauphin in respectivelijk de UK en Frankrijk. Dit prinselijke onderkomen is een waar Spa, een locatie overigens een Prinsbischop waardig, is een strategische uitvalsbasis voor het bezichtigen van Horne relieken .
Op loopafstand staat de Sint Guidokerk met met tableau “funéraire” de Arnould de Hornes. Helaas, inmiddels rond zessen, was de deur gesloten. Maar niet getreurd, onze magen waren nogthands leeg, was daar een friture premiere classe waar we heerlijke moules frites gegeten hebben.
De volgende morgen, een zaterdag, zijn we na een klassiek ontbijtje richting de wijk Zavel vertrokken om daar nabij het Berchmanscollege, het voormalige Hôtel d’Hornes onze auto te parkeren. De eerste kerk bij de Kapellen was een deceptie, hoe grondig we ook speurden, er waren geen horentjes te vinden, hoogstens enkele wassenaars.
In de hoop meer info te krijgen spraken we de beheerder in een glazen boutique aan met ons beste frans. De man begreep ons niet, we probeerden het in het NL, DE en UK maar niets van dat al. Het was een Pool…nota bene de belangrijke cultuurobjecten worden bemensd door iemand die je er niets over kan vertellen. Dan maar door naar de O.L.V. te Zavelkerk in de wijk Zavel of Sablon wat zand betekend.
Deze zandheuvel trok vele edellieden aan tijden de heerschappij van Karel V en natuurlijk de Hornes. Ik had geen idee wat ik zou aantreffen, de vele wapenschilden in de rechter en linkerbeuk lieten geen schild met een gouden veld en drie hoorns zien. Naarmate we bij het hoogkoor kwamen doemde plots een overdaad aan wapenschilden met horentjes en daaronder enkele privé kappelletjes op. Rechts van het koor het wapenschild van de hoofdtak, mogelijk vanwege Philip de Montmorency, maar ook dat van Maximiliaan de Hornes met de kwartieren Gaasbeek en Hondschote als enige gedecoreerd met het guldenvlies. Ook het wapen van Horne Bassigny met daarin het kwartier van Kleef.
Aan de andere zijde vinden we o.a. Gruuthuyse, Luxemburg maar ook Hornes en alliantie wapens.
De volgende dag hebben we de Sint Guidokerk in Anderlecht bezocht waar ik hoopte weer in contact te komen met de beheerder die mij tijdens een eerder bezoek vertelde dat het graf van Arnoud van Horne in de 19e eeuw nog gerestaureerd is. Ik sprak destijds mijn verbazing uit aangezien er toen geen levende nazaten meer waren. In eerste instantie vondt ik de beheerder niet maar er was iemand aandachtig naar een imgemetseld monument keek, alsof hij wilde zeggen. Kom hier naar kijken, dit is belangrijk! Toen ik wat beter keek herkende ik hem en vroeg of hij inmiddels de documenten van de gemeenteambtenaar retour had ontvangen. Een lang stilzwijgen ging vooraf aan zijn gang naar het kerkelijk archief. Weldra kwam hij met de papieren aan zetten. Hieruit bleek dat vanuit de gemeente Dhr.deHaene de aanzet tot reastauratie gaf.