Johan van Horne Kessenich

1457 maart 17
Johan van Horne, ridder, heer van Kessenich, Bocholt en Brogel verleent aan Heynrich van
Baexen en Margarete van Broichoeven, echtelieden, verlof tot bezwaren van hun hoeve te
Baexem genaamd Heggeacker en Clusener en voorts aan de Baexer Rijdt met daarbij
behorende cijnzen en kapoenen met een grondrente t.b.v. stichting van een jaargetijde.
Getuigen: leenmannen Gerart Haeck van Thoren en Arnt Tripparts.

R.A.L., fam. arch Van Moorsel 178

1457 augustus 16
Johan van Horn, heer te Kessenich enz. en schepenen der dingbank Kessenich verklaren dat
Geret Jacob Goyskenszoon van Uffels verkoopt 12 malder rogge erfpacht Eiker-maat aan
Johan Sonderlant, kanunnik te Thorn, wegens 200 overlandse rijnsguldens. Onderpand is de
hele hof te Uffels, groot 15 bunder in het land van Kessenich bij de molen van Uffels, losbaar
met 100 postulaatsgulden; de hof geeft alde groot, 11 brabants en 3 keurmeden. Zegelaars: de
heer en Henrick Heinriczoon van Baexem, schout ‘s lands van Kessenich namens de
schepenen.

R.A.L., Thorn 19216; 17e
eeuws afschrif