De Nederlandse Leeuw 1967 p.133-135
Johanna van Horne
door Mr. Dr. L. de Gou.
In deel XIX van het Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, heeft de heer W. Wijnaendts van Resandt de gepretendeerde afstamming van het geslacht Van Heurn uit Jacob II graaf van Horne nog eens aan een critische beschouwing onderworpen en hij is tot de conclusie gekomen, dat het hernieuwde onderzoek weliswaar niet tot een volledig positief resultaat geleid heeft, doch wel zodanige gegevens verschaft heeft, dat door hem aan de beweerde afstamming niet meer getwijfeld werd, daarbij de hoop en verwachting uitsprekend, dat er nog wel eens acten over de bastaard-kinderen Johan en Johanna van graaf Jacob II gevonden zouden worden.
Een onderzoek in het oude rechterlijke en administratieve archief van Eindhoven deed mij kennis nemen van enkele acten betreffende deze Johanna van Horne, welke wederom als nadere bewijsstukken voor de gepretendeerde afstamming in deze zijn aan te voeren. Uitgangspunt werd een in het administratief archief van Eindhoven gevonden schenkingsacte, verleden op Sint Catharina-avond 1509 1) door Walburg van Manderscheid, dochter van Koenraad graaf van Manderscheid en Walburg gravin van Horne. Zij was in 1468 geboren en huwde in 1487 met Willem graaf van Neuenahr (Nieuwenaer), na wiens overlijden zij hertrouwde met Frederik van Egmond, graaf van Buren. Haar moeder Walburg van Horne was een zuster van Jacob II graaf van Horne, die in 1482 de heerlijkheid Cranendonk aan voornoemde Frederik van Egmond verkocht had.
In de bovengemelde schenkingsacte doet Walburg van Manderscheid weten, dat “Michiel van Eindhoven Henricxsen onse lieve natuerliche nichte Joffer Joanna van Hoern tot sijnre echte huijsvrouwe gennomen heeft” en kent zij hem en zijn nakomelingen als een medegave in de huwelijkse voorwaarden een jaarlijkse rente van 12 Philipsgulden toe uit de opbrengst van de haar toekomende tolgelden op de Maas tussen Maastricht en Venlo.
Uit verscheidene latere schepenacten waarin dit echtpaar tesamen voorkomt, blijkt deze Michiel van Eindhoven Henricxsen identiek te zijn met Michiel Haengreve, leenman van de Hertog van Brabant en drossaard van Cranendonk, zoon van Hendrik Michielsz. Haengreve en Maria van Luyck. Het drossaardsambt, dat Michiel Haengreve bekleedde, was dus afkomstig van de familie van zijn vrouw, die de heerlijkheid Cranendonk in eigendom had.
Uit dit huwelijk van Johanna van Horne werden de navolgende zes kinderen geboren, van wie de oudste zoon naar haar vader Jacob van Horne en de oudste dochter naar haar tante Walburg van Horne genoemd werden:
1. Jacob Haengreve, tussen 21 juli 15402, en 28 maart 1545 2), vermoord door Hendrick van Weert.
2. Jan Haengreve, † tussen 28 maart 1545 2) en 14 december 15503.
3. Walburg Haengreve, †na 1 februari 1572 4, tr. Jonker Rychalt Coenen van Zegenwerp, meier van het graafschap Horne en stadhouder van de drossaard van Cranendonk, uit welk huwelijk o.a. werd geboren Margriet Coenen van Zegenwerp, gehuwd met Jonker Adam Everardsz. van Haeren, drossaard van Cranendonk, die wegens deelnemen aan de beeldenstorm te Eindhoven verbannen werd.
4. Willem Haengreve, †na 1 februari 1572 4).
5. Nicolaas Haengreve, †na 28 maart 1545 2).
6. Isabele Haengreve, †na 6 februari 1573 4), tr. Fary deSoignys
Johanna van Horne en haar man bleven in goede verstandhouding met Walburg van Manderscheid, de nicht van Jacob II graaf van Horne, hetgeen moge blijken uit een acte van 25 februari 15215, verleden voor het Leenhof van Brabant, waarbij Michiel Haengreve als haar gemachtigde optreedt ter zake van het door haar overleden man Frederik van Egmond, graaf van Buren enz. als heer van Cranendonk aan haar bij testament verleende vruchtgebruik van de heerlijkheid Cranendonk.
Na het overlijden van Michiel Hendriksz. Haengreve hertrouwde Johanna van Horne met Jonker Daniel Godschalksz. van Gerwen, die door dit huwelijk Michiel Haengreve niet alleen opvolgde in diens echtelijke rol, maar ook – dank zij de familierelatie van Johanna van Horne – in diens ambtelijke functie, zodat ook hij drossaard van Cranendonk werd.
Deze connectie van Walburg van Manderscheid met haar natuurlijke nicht bleef ook tijdens het tweede huwelijk van Johanna van Horne bestaan, zoals blijkt uit het feit, dat Walburg vam Manderscheid aan Daniel van Gerwen op 24 januari 15306 een volmacht verleende, op grond waarvan hij ten overstaan van schepenen van ‘s-Hertogenbosch 30 oktober 1530 2) het haar door Frederik graaf van Egmond gelegateerde vruchtgebruik van het door hem nagelaten Huis Ysselsteijn 7 in de Orthenstraat te ‘s-Hertogenbosch overdroeg aan haar stiefzoon Floris graaf van Egmond.
Door het tweede huwelijk van Johanna van Horne ontstonden vele grote moeilijkheden met de kinderen uit haar eerste huwelijk, welke eerst 28 maart 1545 2) ten overstaan van schepenen van Eindhoven geregeld werden. Krachtens dit accoord moest Daniel van Gerwen aan de kinderen uit het eerste huwelijk van Johanna van Horne 350 gulden betalen wegens onthouden inkomsten, benevens een schuldbekentenis voor de 200 gulden, welke hij uit het schoutambt ontvangen had. Verder nog een jaarlijkse rente van 15 gulden, welke verschuldigd was door de graaf van Buren en een van 15 gulden verschuldigd door de graaf van Nieuwenaer en tenslotte restitutie van de goederen, welke staande het tweede huwelijk vervreemd waren. Hiertegenover zouden de kinderen uit het eerste huwelijk aan hun moeder Johanna van Horne gedurende haar leven 50 gulden jaarlijks uitkeren, te betalen met de renten groot 30 gulden verschuldigd door de graven van Buren en van Nieuwenaer, vermeerderd met een jaarlijkse rente van 12 gulden komende van de vermelde pachtsom van 200gulden uit het schoutambt en het restant uit de tienden rustende op het land aan de Lymsbeeckstraat gelegen. Indien het tweede huwelijk kinderloos zou blijven, zouden de goederen tijdens dit huwelijk verkregen aan de kinderen uit het eerste huwelijk toekomen.
Het feit, dat Walburg van Manderscheid in tweede echt gehuwd was met Frederik van Egmond, graaf van Buren, en zij bijzondere genegenheid toonde voor haar natuurlijke nicht Johanna van Horne, moge tevens een verklaring zijn voor de omstandigheid, dat Johanna’s, natuurlijke broeder Johan van Horne na de moeilijkheden met zijn vader – vermeld in de notariële acte, afgedrukt op pag. 190 e.v. van het hierboven vermelde Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie – zich naar de graaf van Buren begaf. De naam van de natuurlijke moeder, welke aan Johan van Horne onthouden zou zijn, schijnt voor Johanna van Horne niet verborgen gebleven te zijn, want anders zou het familiewapen harer moeder niet op haar grafzerk afgebeeld staan.
Johanna van Horne overleed 1 februari 1558 en haar tweede echtgenoot Daniel van Gerwen stierf 23 september 1559. Beiden werden te Tongelre bij Eindhoven in de kerk begraven onder een zerk 8, waarop behalve het wapen van Van Gerwen en diens moeder ook afgebeeld stonden het wapen van Johanna van Horne – zijnde de drie jachthoorns waaroverheen een rechter schuinbalk – en dat van haar moeder, zijnde een schild beladen met Franse lelies.
Aangezien laatstgenoemd wapen gevoerd werd door het adellijke geslacht Van Kerckem, dat oudtijds ook in het graafschap Horne woonachtig was, is het vermoeden gewettigd dat Jacob II graaf van Horne bij een vrouwelijk lid van dit geslacht zijn natuurlijke kinderen Johanna en Johan verkregen heeft. Gelet op deze adellijke afstamming van moederszijde, is het begrijpelijk dat deze natuurlijke kinderen gelegitimeerd werden. Dit neemt overigens niet weg, dat Johanna als natuurlijke dochter in het Stift van Thorn op formele gronden niet opgenomen kan zijn.
In de notariële verklaring van Maria van Hardenbroeck van 30 augustus 1602 – afgedrukt in voormeld jaarboek op pag. 189 e.v. – zouden wij dan ook wellicht de mededeling, dat haar tante Theodorica van Deudecom, gehuwd met Gijsbert van Hardenbroeck, vóór haar huwelijk verblijf gehouden had in het Stift Thorn gelegen in het graafschap Horne en aldaar gekend had een Johanna van Horne natuurlijke dochter van Jacob graaf van Horne, het woord ,,aldaar” moeten betrekken op het graafschap Horne en niet op het Stift Thorn. Tenzij de macht van de graven van Horne en de grote invloed van de grafelijke familie van Manderscheid9. in het bestuur van het Stift Thorn zo groot zijn geweest, dat de natuurlijke, erkende dochter van Jacob II graaf van Horne toch haar jeugdjaren in het vorstelijke Stift van Thorn heeft kunnen doorbrengen.
- Jacob Haengreve, tussen 21 juli 1540 [2]), en 28 maart1545 2), vermoord door Hendrick van Weert.[↩]
- Algemeen Schepenprotocol Eindhoven, Recht. Arch. Eindhoven 29.[↩][↩]
- Algemeen Schepenprotocol Eindhoven, Recht. Arch. Eindhoven 30.[↩]
- Algemeen Schepenprotocol Eindhoven, Recht. Arch. Eindhoven 31.[↩]
- Alg. Rijksarchief Brussel, Leenhof van Brabant 351.[↩]
- Schepenprotocol van ‘s-Hertogenbosch 1313.[↩]
- Vanuit dit huis, waar hij een vorstelijke staat voerde, placht Frederik graaf van Egmond vijandelijke invallen te doen in het Gelderse gebied. Zie voor de geschiedenis van het huis Ysselstein: Jhr. Mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt: ,,De voorname huizen en gebouwen van ‘s-Hertogenbosch” deel 1, pag. 120 e.v.[↩]
- Deze zerk is bij de afbraak van de oude kerk te Tongelre verloren gegaan, doch de Bibliotheek van het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen van de Provincie Noord-Brabant bevat een handschrift (no. 91 A) over de familie Van Gerwen, waarin zich een tekening bevindt van de op deze zerk voorkomende wapens.[↩]
- Van het geslacht Van Manderscheid hebben talrijke vrouwelijke leden als kanonikes in het vorstelijk Stift van Thorn vertoefd, van wie er zelfs drie aldaar abdis geweest zijn.[↩]