Het goed Altena is een middeleeuwse nederzetting, die in de 14de eeuw uit het nabije
maar veel oudere Pluysegem schijnt te zijn gesplitst. Het had alleszins in die tijd
dezelfde eigenaar, nl. Bouden de Boc. Nadien werden de heren van Diest er eigenaar van.
We onderstellen dat zijn naam als ‘al te na’, dus te dicht bij een ander goed,
waarschijnlijk bij dat Pluyseghemhof, verklaard dient te worden. Een andere hypothese
van prof. R. Van Passen verhaalt hoe de heren van Diest, die burggraven van Antwerpen
waren en langs de aangetrouwde Van Hoorns de titel van Altena droegen, wellicht de
naam Altena naar hun Kontichs goed zouden hebben meegebracht. In zijn ‘Toponymie
van Kontich en Lint’ wordt het gehele variantenapparaat besproken (nr. 110)
Het is bekend dat dit goed ook nog de naam Nackersgoed droeg, die we van 1421 af
geattesteerd vinden en dat ofwel het eigendom van een zekere Nackers of Nacards
geweest is, ofwel Nekkers, d.i. waterduivelsgoed betekende (zie ‘Toponymie’ nr. 1808).
Beiden namen hebben naast elkaar bestaan, wat wellicht pleit voor de onderstelling de
de heren van Diest toch de naam Altena zouden kunnen hebben meegebracht en naast de
eerste naam Nackersgoed hebben geënt. In latere tijd zal de benaming Altena, die veel
fraaier klinkt als kasteelnaam, het Nackersgoed geheel doen vergeten.