Er is sprake van drie hoeven die gezamenlijk de Perweijshoeven worden genoemd in diverse bronnen. Twee van deze hoeven liggen op het grondgebied van Udenhout en eentje in Berkel. De twee hoeven in Udenhout hebben in de bronnen nog eigen namen, namelijk Te Berschot en Willigenbroec. De eerste is de Perweijshoeve aan het Winkel bij de Kreitenmolen en de tweede ligt aan de Houtsestraat met nog een stukje land op Tilburgs grondgebied. De percelen in de directe omgeving van deze laatste Perweijshoeve worden in de bronnen geplaatst in de omgeving genaamd Willichbroeck en spellingsvarianten daarop.
De Perweijshoeve zijn oorspronkelijk eigendom van Willem van den Bossche en later van de familie Van Horne (ook Hoorne of Hoerne). De edelman Willem van den Bossche was grootgrondbezitter en vertrouweling van de hertog. Hij bezat de helft van de heerlijkheid Moergestel en diverse landerijen en hoeven in Noord-Brabant. Hij was een persoon die rondom 1300 de hertog met raad en daad bijstond en hem daarbij ook financieel steunde. Hij bezat onder andere enkele hoeven in Udenhout en Helvoirt en zijn vader verkreeg in 1304 zelfs vrijdom van beden (belastingen) voor de bewoners/pachters van zijn hoeven onder andere in Udenhout. Die vrijdom vinden we nog terug bij de hoeve van Maechelm van Utrecht tegen de grens van Helvoirt aan (hoofdstuk 22). Deze verleende vrijdom toont tevens aan dat in 1304 al hoeven, gelegen in Udenhout, in het bezit van de familie Van den Bossche waren. Willem van den Bossche was de zoon van ridder Geerling van den Bossche en Aleijt van Heusden. Willem was getrouwd met Elisabeth van Boxtel, dochter van Willem van Boxtel (Willem II, heer van Boxtel en Grevenbroeck) en Maria van Diest. Zij was eerder getrouwd met Jan van Petershem. Willem van den Bossche maakte op 28 augustus 1335 zijn testament in het bijzijn van zijn vrouw en van vrouwe Ermgart van Kleef, vrouwe van Perweijs, Cranenburg en Herlaar. Zij was de weduwe van Gerard van Horne.
Alleen de Udenhoutse Perweijshoeve Te Berschot staat met name genoemd in het testament van 1335. De tweede Udenhoutse hoeve staat niet met naam vermeld, maar uit latere bronnen wordt duidelijk dat die wel in het bezit van Willem van den Bossche is geweest. In zijn testament nam Willem van den Bossche Willem IV van Horne en Altena aan als zijn zoon. Daardoor verkreeg hij al de bezittingen van Van den Bossche die niet door middel van legaten in het testament aan anderen werden geschonken. Na het overlijden van Willem van Horne was zijn neef Dirk van Horne de nieuwe uitvoerder van het testament en beheerder van de nalatenschap van Willem van den Bossche inclusief de hoeven in Udenhout. Deze Dirk was heer van Perweijs en Cranenborch en daarmee de naamgever van de twee Perweijshoeven in Udenhout.
In later eeuwen kwamen de Perweijshoeven in andere handen. De achtereenvolgende eigenaren waren allemaal adellijke families die onder andere ook de heerlijkheid Bergen op Zoom bezaten. Toen die heerlijkheid in 1533 door Karel V tot markgraafschap werd verheven, waren het de markiezen van Bergen op Zoom die de beide Perweijshoeven in bezit hadden. In de bronnen verschijnen de namen van de familie Van Merode, Hohenzollern-Hechingen, La Tour d’Auvergne en de prins van Palts-Sulzbach. De laatste familie verliest het markgraafschap Bergen op Zoom en alle bezittingen in 1795 aan de nieuwe Franse machthebbers. Die besluiten de bezittingen in Udenhout in 1805 te verkopen.
Brandschatting door Maarten van Rossum in 1543
In 1543 kregen de Perweijshoeven een brandschatting opgelegd. Dat was destijds een veel gehanteerd middel om de burgerbevolking af te persen. Vijandelijke legers of benden eisten van de eigenaar of pachter van een hoeve een bepaald bedrag aan geld of goederen, op straffe van plundering of het in brand steken van de hoeve. In dat jaar was de beruchte Gelderse veldheer Maarten van Rossum op strooptocht in Brabant. Hij brandschatte de Perweijshoeven: 15 gulden voor de hoeve ‘bij Berkel’, 19 gulden voor de hoeve ‘bij Loen’ (Loon op Zand) (hoeve Willigenbroeck) en 22 gulden voor de hoeve ‘bij de molen’ (hoeve Te Berschot).
Locatietekening uit 1736
In 1736 zijn de Perweijshoeven eigendom van de Heer van Merode, de Markies van Bergen op Zoom. In dat jaar liet hij tekeningen maken van de landerijen van zijn hoeven in Udenhout voor de verpachting daarvan. Het bezit blijkt dan nog te bestaan uit twee hoeven, de oorspronkelijke tweede hoeve bij de molen en de derde hoeve bij Loen. De hoeve bij de molen ligt aan de gemeint, de Kreitenhei, en strekt zich uit van de huidige Haarensebaan tot aan de Heusdensebaan, om precies te zijn tot de Geitesteeg, in het verlengde waarvan de Winkelsesteeg ligt. De hoeve tot Loen ligt aan de Houtsestraat en strekt zich bijna uit tot aan de Schoorstraat. De prachtige tekening, die hier is afgebeeld, toont eveneens de locatie en een aanduiding van het “dorpscentrum” van Udenhout.
Hoeve Willigenbroec | |
Vroegste vermelding | 1335 |
Vroegst bekende eigenaar | Willem van den Bosch |
Vroegst bekende pachter | Peter van den Schoer (1417) |
Beschrijving van de hoeve
De hoeve Willigenbroec lag aan beide kanten van de Houtsestraat. Op het Tilburgse grondgebied ligt ook een klein deel van de grond. Dat wijst er mogelijk op dat de Houtsestraat later is aangelegd dan de hoeve.
In het archief van de Markies van Bergen op Zoom zijn rekeningen bewaard gebleven die een beeld geven van de pachters en de hoeven. De rekening van 1417-1418 toont diverse bedragen die zijn uitgegeven aan de drie hoeven in Udenhout. Alle drie de pachters komen met hun naam daarin voor en het gaat dan vooral om timmerwerk en het dekken van het dak. De pachters moesten ook een cijns betalen in Loon op Zand of aan de heer van Loon op Zand. Dat zou kunnen betekenen dat deze hoeven land in gebruik hadden in Loon op Zand of dat ze grond gebruikten dat eerder van de heer van Loon op Zand was geweest.
Pachters van de “eerste” hoeve:
- 1417 – Peter van den Schoer (ook 1432)
- 1438 – Jan Bey (ook 1451, 1457)
- 1474 – Gerrit van den Staeck (ook 1482, 1490, 1496)
- 1500 – Jan Brock
- 1501 – de weduwe Jan Brock
- 1502 – Jan die Becker
- 1522 – Henrick Vannijs
- 1530 – Peter Adriaensz (ook 1540)
- 1543 – huisvrouw van Peter Adriaens
- 1552 – de weduwe Peter Adriaens
- 1561 – Claes Peters “die hoeve tot Berkel” (ook 1564, 1570)
De rentmeesterrekeningen geven in enkele gevallen een aardig inzicht in de gebouwen die bij de hoeve horen. De oudste rekening is van 1417-1418 waar de Udenhoutse hoeven in genoemd worden. Er is steeds sprake van drie hoeven in Udenhout, terwijl er maar twee daadwerkelijk op Udenhouts grondgebied liggen. In dat jaar pachten Peter van den Scoer en Peter Vannijn hun respectievelijke hoeve voor een bedrag van 110,5 gulden per jaar. Beide hoeven krijgen geld voor reparaties. Peter van den Scoer krijgt een vergoeding voor een lathouwer. Uit 1736 is een plattegrond van de hoeve bewaard gebleven. In de begeleidende teksten staat daar een beschrijving van de percelen die bij de hoeve horen. Jan Schapendonk is dan de pachter van de hoeve aan de Houtsestraat. In totaal beslaat de hoeve ruim 43 morgen land. Deze hoeve heeft ook percelen land gelegen in Tilburg en Berkel.
In 1805 verkoopt Martinus van den Heuvel als rentmeester van de domeingoederen van de Bataafse Republiek de Perweijshoeve aan de Houtsestraat aan verschillende personen. De boerderij en gebouwen met de aangrenzende landerijen komen in handen van Adrianus Arnold Wolfs. Enkele grote percelen achter de hoeve staan in de verkoopakten te boek als plantage. Het grootste perceel komt in handen van zes personen. Een perceel wordt gekocht door Heiliger van Iersel en Jan Baptist Verheijen, later lid van het wetgevend lichaam van het Koninkrijk Holland. Een derde perceel komt in bezit van Willem Hubert.
Huidige bewoning
Op het grondgebied van de oude hoeve vinden we de woning Houtsestraat 2.
Bronvermeldingen
Regionaal Archief Tilburg, Schepenbank en eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 439 f. 57-69 (1805).
West-Brabants Archief, Archief van het leenhof van het Markiezaat van Bergen op Zoom, 1535-1807, rentmeesterrekening Merode, jaar 1417/1418, inv.nr. M 691; 1432/1433, inv.nr. O 409; 1457, inv.nr. O 412.
Spierings, M., (1976). De “Perweyshoeven” In den Udenhout. Een voorlopig bericht. De Kleine Meijerij, 27 (4), 57-60.
Spierings, M., (1977). De Perweijshoeven in Udenhout. De Kleine Meijerij 27(1), p. 37.
Spierings, M., (1977). Heer Willem van den Bosch, ridder. De Kleine Meijerij 27(2), 17-22.
– Toelichting cijnsregister
Categorie: