Slag bij Tungelroy

Veldslag bij Tungelroy Door Paul Lammeretz

Op regelmatige basis worden er in het gebied van de vloot nabij de Tungelroysche Beek kleine ronde kogeltjes gevonden. Er zijn in Tungelroy verschillende mensen die of een aantal of meerdere van deze kogeltjes in hun bezit hebben. Bij het omploegen van het land komen er elke keer wel weer een paar bovendrijven. Wat is hier nu gebeurd in het verleden? Waarom liggen daar zo veel van die kogeltjes?

Om hier een antwoord op te geven moeten we terug naar het najaar van het jaar 1485. In dit jaar vond er namelijk een veldslag plaats precies op de plek waar de kogeltjes gevonden zijn. Een reconstructie uit bestaand materiaal levert het volgende op: Gevonden kogeltjes De van Horne’s1 voerde een continue strijd met de Van der Marcks. Willem van der Marck bijvoorbeeld vond dat de broer van graaf Jacob van Horne onrechtmatig de bisschopstroon in Luik had bezet. Hij had zelf zijn zoon als kandidaat naar voren gebracht. In een regest van 30 augustus 1482 blijkt dat Lodewijk van Bourbon, dan 1 Bron: De Heren van Horne door W.M. van de Boel. Showeert.nl bisschop van Luik, vermoord wordt door aanhangers van Willem van der Marck van Aarenberg met de baard. Deze dubbele bisschopskeuze was de aanleiding van een vete tussen beide families, die tot 1492 zou duren en die voor Jacob II en zijn landje fatale gevolgen had. Want voor die strijd was geld nodig en Jacob moest zijn renten, cijnzen, tienden en domeinen verpanden om geld te verkrijgen. Zijn hele landje moest de betaling der renten op zich nemen, met het nadeel ook voor de hoofdsom aansprakelijk te worden. En dat voor een zaak die voor de bewoners geen enkel belang had. In 1484 verkocht Jacob van Horne II voor 10.000 Rijnse Guldens de heerlijkheid Kranendonk aan Frederik van Egmond. Op 22 mei 1484 scheen een verzoening bereikt te zijn (Vrede van Tongeren), maar deze werd in juni 1485 door een onbezonnen daad van de van Hornes weer verstoord. Willem van der Marck 2 werd namelijk door Frederik van Horne, heer van Montigny en Vincy, buiten St. Truiden op de weg naar Halmaele onverwacht gevangen genomen, naar Maastricht gevoerd, en daar de volgende morgen vroeg door de schepenbank veroordeeld en op het Vrijthof onthoofd. (18 juni 1485).

Toen waren de rapen gaar, want toen kregen de van Hornes te doen met hele clan van der Marck. Na 19 juli 1485 neemt de broer van de vermoorde Willem van der Marck-Aarenberg, Everhard, en Robrecht van Aardenberg en de familieleden weer Luik in en voeren oorlog tegen de bisschop van Luik en tegen Brabant. Dit was tevens de aanleiding van de veldslag van 1485 in Tungelroy. De veldslag moet plaats hebben gevonden tussen 19 juli 1485 en 3 november 1485, omdat men dan tot een soort “staakt het vuren” komt. De Weertenaren lijden een verpletterende nederlaag tegen de Gelderse troepen van de condottiere Gijs van Can, die in dienst van de clan van van de Marck’s plunderend door het landje van de van Horne’s trekt. Er vielen vele doden. In januari 1986 verklaart Jacob van Horne aan Weert dat hij de renten zal vergoeden door de oorlog met de vete met de van de Marcks. Er moet heel wat hebben plaatsgevonden, want ook Weert zelf is voor of na de veldslag geconfronteerd geweest met een enorme brandschade. Op 22 januari 1486 ontvangt Weert 9000 rijnse guldens ter vergoeding van de schade. Hoe het in die tijd eraan toeging weten we niet, maar dat het heftig was is duidelijk. Ook de gevonden ronde kogels geven aan dat dit heftig was, gezien de hoeveelheden. Er is ook nog verder bewijs van deze veldslag. In een burgemeestersrekening van 1585-1586 (meer dan 100 jaar na dato): ‘Item betaelt van dat jaergetijde dat die priester ten halff vasten doen voor dij dooden die aen de Aebrug (Tungelroysche Beek) van de Geldersse geslaegen sin, Ideren priester, Schoolmeesters ende custer met gerekent tot elff persoonen toe. Ideren onderhalven str. facit 16 str. 2 oert.’ Zelfs in 1607-1608 komt deze veldslag wederom terug in een burgemeestersrekening van Cornelis Schinckels: Koster Willem (Stocken) voor doen van “vigilie” (nachtwake) op halfvasten voor de doden, die in Tungelroy gebleven zijn in de Gelderse Oorlog. Datzelfde komt het jaar erna wederom terug en het jaar erop volgend weer. Het moet een enorme impact gemaakt hebben. Als restvraag blijft misschien over waar de lijken begraven werden. Natuurlijk was er toen al een kapel in Tungelroy, maar daar mochten geen mensen begraven worden. Dat ging allemaal naar Weert. In de oude kapel aan de huidige Maaseikerweg te Tungelroy werden in 1905 menselijke resten gevonden. In het artikel staat vermeld dat de lijken er al meer dan een eeuw liggen en dat de driehoek waar de oude kapel stond vol is van lijken. De lijken lagen niet diep en dikwijls boven elkaar. Ook werden er diverse stukken ijzer gevonden. Het is aannemelijk dat deze lijken afkomstig waren van de veldslag al moet er ook met het onderstaande rekening worden gehouden. Er is ook nog later een veroordeling geweest van een kapelmeester Hillen in 1668. Hij gaf toestemming voor het begraven van kinderen. Kapelmeester Hillen is hiervoor gedaagd. In het oordeel staat: ….dat hij sonder uitstel de namen geeft van de overleden kinderen, die in de kapel St. Barbara begraven zijn zonder kaars en kruis, ………. We zullen nooit weten wie in de oude kapel begraven waren, maar wel dat er een behoorlijke veldslag heeft plaatsgevonden in de Vloot tussen de van de huurlingen van van de Marcks en de van Hornes. En dat hier Tungelroysche mensen omgekomen zijn is wellicht een feit. Hieronder een foto van de vindplaats van deze kogeltjes. 2 Regesten Roermond 2567-3828 Vindplaats van de ronde kogeltjes, dicht tegen de Tungelroysche Beek aan